L.M. Tangel
Dit hoekpand was onderdeel van een groot perceel van 76½ voet (= 22 m). Zetten we deze maat uit vanaf de linker zijmuur van het pand, dan blijkt dat ook het naastgelegen straatje en panden aan de noordzijde ervan tot dit grote perceel behoorden. In het cijnsboek van 1520 worden twee cijnsplichtigen genoemd, waarvan we Rudolf van Broeckhoven als vermoedelijke bezitter van nummer 20 mogen aanmerken. In 1573 is de hertogcijns in twee gelijke delen verdeeld. Elysabeth, de weduwe van Reinier 'lootgieter, op den hoek' moet de helft van 32 penningen oud geld betalen. Bij de haardentelling van 1553 wordt Elysabeth, de weduwe van Reinier vander Aelfort als bezitster aangeslagen voor vier schouwen. Haar man Reinier blijkt dus niet loodgieter te heten, maar dit beroep te hebben uitgeoefend. In het Loodgieterstraatje zal dus inderdaad lood gevloeid hebben. Of één van de vermelde schouwen voor het loodgietersbedrijf diende, of voor het kuipersbedrijf van Lambert 'die cuper', die hier in 1511/'12 vermoedelijk zijn beroep uitoefende, is niet na te gaan. Het aantal van vier schouwen houdt in dat alle hoofdvertrekken verwarmbaar waren. Zowel in het voor- als het achterhuis hebben tegen de gezamenlijke brandmuur rookkanalen gelopen. In de achterkelder bevindt zich een diepe nis in de fundering van de brandmuur. Deze kan een restant zijn van een stookplaats. In de achterhoek van de achterkelder zit een zwaar gemetseld blok, waarvan de functie niet duidelijk is. Dit blok en de beide zijmuren van de kelder zijn even diep gefundeerd op het dekzand ,op circa 4.20 +NAP. De kelders zijn vanaf de straat en waarschijnlijk oorspronkelijk ook vanaf het achtererf toegankelijk. Aan de kelderlichten in de rechter zijmuur valt af te leiden dat de kelder aangelegd is toen het Loodgieterstraatje reeds bestond. | 239 |
De kelder en de bovenbouw zijn in de tweede helft van de 15de-, of het begin van de 16de eeuw, geheel vernieuwd. Het pand is tegen de linker buur gebouwd, waarbij op de begane grond de gemeenschappelijke, mogelijk nog uit de 14de eeuw daterende zijmuur gehandhaafd bleef. Het luxe uitgevoerde pand bezat twee bouwlagen met zolder. De moerbalken werden ondersteund door rijk versierde sleutelstukken met geprofileerde natuurstenen consoles. In het voorhuis zijn 16de-eeuwse geometrische muurschilderingen aangetroffen op de hoogte van een insteekverdieping. Ook op de eerste verdieping zijn in de voorkamer 16de-eeuwse muurschilderingen aangetroffen in de vorm van een lambrisering, bestaande uit een klassiek hoofdgestel met consoles en tandlijst. Deze kamer zal als representatieve ruimte gediend hebben. Hij kreeg licht via vensters in de voorgevel en de zijgevel. Bouwsporen in de zijgevel wijzen op houten kruisvensters. Ook het achterhuis bezat op de verdieping in beide zijgevels en in de achtergevel vensters. Deze lichte ruimte was ook verwarmbaar. | 240 |
firma van Gemert48. "In 't gulden Lam" of "De Lammerenberg" anno 1635. De ude Bossche familie van Gulick bezat op dit gedeelte van den Hoogensteenweg in 1635 meerdere eigendommen. | 23 |
In oorsprong vermoedelijk 16e-eeuws pand - voorhuis met vast achterhuis - met verdieping en verdiep onder met blauwe Hollandse pannen (en golfplaten) gedekte zadeldaken, (kappen van voor- en achterhuis liggen niet geheel in elkaars verlengde) tegen de gepleisterde trapgevel (achter) en met wolfeind boven de in schoon metselwerk opgetrokken en door kroonlijst met consoles en lijstwerk afgesloten voorgevel. De voorgevel heeft een vroeg 20e-eeuwse winkelpui, drie 6-ruits schuiframen op de verdieping en drie 4-ruits schuiframen op zolderhoogte. Ten dele gepleisterde zijgevel met forse staafankers. In de achtergevel deur met bovenlicht en 6-ruits schuiframen. Inwendig: kelder met tongewelf; moer- en kinderbinten balklaag; kap met eiken dekbalkjukken. Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde. |
1822 | Albertus de Swart (bakker) |
1865 | wed. G.J. Verburg (gepension.) - M.C. van Weert (winkelierster in galanterie goederen) |
1875 | M.A. Bringenberg (controleur van 's rijks belasting, 's-Bosch 2e afdeeling) - gebr. C.J.H. van Gemert (mr. zilversm. grav. en ciceleurs van Z.M. den Koning en H.M. de Koningin) - P.S. Verhulst (winkelier in manufacturen) |
1881 | gebr. C.J.H. van Gemert (mr. zilversm., graveurs en ciceleurs van Z.M. den Koning en wijlen H.M. de Koningin) - mr. C.C.N. Krom (archivaris der provincie) |
1908 | G.C. v.d. Dungen (fa. van Gemert) goud- en zilveren werken - H. Veltman (kantoorbediende) - G. Westerlaken (kantoorbediende) |
1910 | A. van den Berghe (rijksambtenaar) - G.C. v.d. Dungen (fa. van Gemert) goud- en zilveren werken - H. Veltman |
1928 | E.A.N. Hetterschij |
1936 | H. Wille (parapluie- en modemagazijn) |
1943 | H. Wille (parapluiehandel) |
1961 | Louis A. van Miert (ijzerhandel) |
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 196